Gestroomlijnd landschap: projectgebied Neerschuurbeek - Grote Beek in Aalter en Deinze
Hoe belangrijk het is om ons landschap watervriendelijk te maken werd door de overstromingen in de zomer van 2021 nog maar eens duidelijk. Het project Gestroomlijnd Landschap besteedt extra aandacht aan de omgeving van waterlopen in onze streek. In 2021 werd het nieuwe projectgebied voor dit project vastgelegd. Maar hoe gaan we te werk bij dit project? We geven het woord aan Evelyne Fiers (provincie Oost-Vlaanderen). Evelyne Fiers volgt sinds 2022 het project op bij de provincie Oost-Vlaanderen als coördinator van de cel natuur.
Wat begrijp je onder een 'gestroomlijnd landschap'?
“Gestroomlijnd landschap” is de naam van een provinciaal gebiedsgericht project met als doel de versterking van natuurverbindingen, een betere waterhuishouding en de herwaardering van de waterlopen in het landschap. In een gestroomlijnd landschap is ruimte gelaten voor groene én blauwe infrastructuur. Voorbeelden van groene landschapselementen zijn hagen, struiken, boomgaarden, boscomplexen of natuurlijke graslanden. Blauwe landschapselementen hebben te maken met water. Het kunnen poelen, vijvers en vijversystemen, wadi’s, kunstmatige bufferbekkens of waterlopen zijn.”
Hoe draagt dit project bij om tot een gestroomlijnd landschap te komen?
“Binnen dit project focussen we op een projectgebied dat de provincie samen met het Regionaal Landschap bepaalt. Binnen deze perimeter gaan we aan de slag om het waterbergend vermogen van het landschap te versterken. De provincie draagt 80% van de kosten voor het herstel van verbindende kleine landschapselementen. De eigenaars van de gronden waarop aangeplant of aangelegd wordt, dragen 20% van de kosten, waarbij het Regionaal Landschap adviseert en begeleidt. De provincie maakt daarnaast ook werk van de waterlopen zelf. De natuur in Vlaanderen is erg versnipperd waardoor het leefgebied van veel planten- en diersoorten drastisch verkleint. Het project Gestroomlijnd Landschap verbindt de versnipperde natuurgebieden met een fijnmazig netwerk van landschapselementen, zoals waterlopen, waterrijke gebieden, bomenrijen, bosjes, dreven en houtkanten.
Door daarnaast ook linken te leggen met recreatie, educatie, mobiliteit (trage wegen en verkeersveiligheid), landbouw, erfgoed en soms erosiebestrijding, ontstaat een krachtig geheel en worden de inspanningen gebundeld.”
Hoe wordt dit projectgebied bepaald?
“Oost-Vlaanderen telt 15 potentiële projectgebieden die voldoen aan basiscriteria zoals de mate waarin een gebied gemeentegrensoverschrijdend is, het grootste deel van de waterlopen in beheer is bij de provincie en de gebieden belangrijke natuurverbindingen vormen. Om de selectie verder te verfijnen, wordt onder meer gekeken naar de beschikbaarheid van uitgewerkte gebiedsvisies, het draagvlak bij gemeentebesturen en de spreiding over Oost-Vlaanderen. Het projectgebied wordt afgetoetst bij het Regionaal Landschap én bij de relevante beleidsdiensten van de provincie: klimaat, milieu en natuur, integraal waterbeleid, landbouw, erfgoed en mobiliteit. Sinds 2010 werden intussen al 10 gebieden aangeduid waar gedurende vier jaar met heel wat verschillende partners samengewerkt wordt. De provincie Oost-Vlaanderen neemt de coördinatie op zich en werkt nauw samen met Regionale Landschappen, Bosgroepen, Toeristische diensten, de Vlaamse Overheid, lokale besturen, waterbeheerders, landbouw- en natuurorganisaties, landbouwers en particulieren. Vorige projectgebieden waren bijvoorbeeld de vallei van de Wagemakers-Driesbeek en die van de Splenterbeek- Ede. Voor de komende vier jaar kozen we voor het gebied rond de Neerschuurbeek en Grote Beek, in de omgeving van Aalter en Deinze.”
Kan iedereen binnen de perimeter beroep doen op dit project?
“Het projectgebied Neerschuurbeek – Grote Beek wordt in het noorden afgebakend door het kanaal Gent-Brugge. Aan de oostzijde vormt het afleidingskanaal van de Leie (Schipdonkkanaal) de grens van het projectgebied. In het zuiden is die grens deels de Poekebeek. De kaart toont de afbakening van het projectgebied. Binnen het beschikbare budget geven we voorrang aan locaties in de onmiddellijke omgeving van de waterlopen. Eigenaars wiens eigendom binnen de afgebakende perimeter valt, mogen contact opnemen met het Regionaal Landschap. Uiteraard geven we de voorkeur aan realisaties die landschappelijk en ecologisch het meest waardevol zijn. Bij het project horen heel wat terreinbezoeken en studiewerk. Na deze studieronde maken we een voorstel op in overleg met de eigenaar. Eens beide partijen tot een akkoord komen, kunnen we aan de slag!”