Het nestgemiddelde is met 2,7 jongen lager dan het normale gemiddelde van drie jongen per nest. Ook 2021 scoorde lager dan het gemiddelde, toen bedroeg het gemiddelde 2,9 jongen. Er werd in 2022 slechts één nest gevonden met vijf jongen, terwijl in 2021 nog acht nesten met vijf jongen werden gevonden. Het grootste kerkuilennest van 2022 bevond zich in Eeklo, in de straat Bus. Opvallend was daarnaast dat er geen tweede broedsels werden gevonden, in 2021 waren dat er nog vijf.
De kerkuil kreeg dus gemiddeld minder jongen per nest, maar hoe zit het nu met het totale aantal broedgevallen? Ook daar zien we dat 2022 minder succesvol was. De Kerkuilenwerkgroep registreerde 74 broedgevallen, in 2021 waren dat er 90. Daarvan werden 60 broedgevallen,156 pulli, geringd. In 2021 waren er dit 176 uit ongeveer een zelfde aantal broedgevallen.
Positieve noot
De Kerkuilenwerkgroep houdt ook het uitvliegpercentage en het aantal mislukte broedsels nauwkeurig bij. Hier scoort 2022 opvallend beter dan gemiddeld. In 2021 mislukten nog dertien broedsels, in 2022 waren dat er slechts vijf. Met 97% is het uitvliegpercentage (het aantal jongen dat uiteindelijk het nest verlaat) een absoluut record, ook 2021 was met 90% al bovengemiddeld.