Dertig jaar geleden kochten Jan en zijn vrouw Marie-Anne een grasland van 1 ha in Alken, op een paar honderd meter van hun deur. “In mijn jonge jaren koesterde ik de ambitie om een grasland, een bos en een boomgaard te kopen. Alleen het grasland is gelukt. Ik ontdekte het perceel op een najaarsdag, zag aan de uitgebloeide planten dat het potentieel had en wist de eigenaar te overtuigen om het te verkopen. Een buurman vroeg of we er fruitbomen wilden aanplanten of koeien laten grazen. Hij keek vreemd op toen we aangaven dat we de natuur haar gang wilden laten gaan.”
“Specialisten hielpen om het ideale beheer te bepalen. Biolandbouwer Jos De Clercq bood aan om het maaien voor zijn rekening te nemen. Dat doet hij 29 jaar later nog steeds. Hij maait in september-oktober, wanneer de planten uitgebloeid zijn. Voor heel wat bijzondere soorten zoals de karwijselie en de kattendoorn is dat een pluspunt. Meestal maait men graslanden al in het voorjaar, maar deze soorten verdragen dat niet goed. Het afvoeren van het maaisel doen mijn vrouw Marie-Anne en ik zelf. Vroeger was dat een heus familiegebeuren met onze drie zonen en soms hun vrienden van de jeugdbeweging.”
Het grasland van Jan en Marie-Anne is een zeldzaam type, een combinatie van een glanshaver- en een dotterbloemhooiland. “Het eerste jaar was ik blij met de drie orchideeën die ik er trof. Ondertussen zijn dat er meer dan vijfhonderd. Het gaat om verschillende soorten en zelfs een spontane hybride tussen twee orchideeënsoorten. Gaandeweg doken er steeds meer waardevolle planten op. Men telde al meer dan 150 soorten, waaronder 12 bedreigde. Volgens specialisten groeit op ons grasland de grootste populatie kattendoorn van Vlaanderen. Het jaar rond staan er planten in bloei, telkens met andere kleuren: witte bosanemonen, paarse orchideeën, geel St-Janskruid, paars-rode betonie en knoopkruid, gele gewone en welriekende agrimonie, rose kattendoorn en witte karwijselie. Ik ben trouwens ook imker en plaatste bijenkasten in de houtkant aan de rand van mijn grasland.”
Hoewel Jan het grasland nu met veel toewijding opvolgt, is dat zeker geen vereiste. “Je hoeft er niet veel mee bezig te zijn. Vroeger had ik veel minder tijd, met een job en vier kinderen in huis. Graslanden zijn een arbeidsarme manier om natuur te creëren. Tegenwoordig is het voor onze kleinkinderen een bron van plezier en natuurbeleving tijdens het bloemen plukken en vlinders spotten.”