Vrouwkenshoekkreek en Kapellekreek

Regionaal Landschap Meetjesland en Leievallei neemt de rol op van facilitator in deeltje van het krekenherstel. De Blue Deal coördinator gaat na wat de wettelijke verplichtingen zijn binnen dit dossier en informeert de landeigenaar over de verplichtingen en ondersteunt in het aanvragen van de nodige onderzoeken en vergunningen. Dit dossier zorgt voor een verdere uitbouw van het kreekherstel en de verhoogde waterkwaliteit in de kreek en bijgevolg ook de ondersteuning van de lokale (beschermde) fauna en flora.



Langestraat, Sint-Laureins

Startplaats
Delen

Herstel van Vrouwkenshoekkreek en Kapellekreek

Regionaal Landschap Meetjesland en Leievallei neemt de rol op van facilitator in deeltje van het krekenherstel. De Blue Deal coördinator gaat na wat de wettelijke verplichtingen zijn binnen dit dossier en informeert de landeigenaar over de verplichtingen en ondersteunt in het aanvragen van de nodige onderzoeken en vergunningen. Dit dossier zorgt voor een verdere uitbouw van het kreekherstel en de verhoogde waterkwaliteit in de kreek en bijgevolg ook de ondersteuning van de lokale (beschermde) fauna en flora.

Het ontstaan van de Scheldepolders en het geulenstelsel in een notendop

In het noorden van de provincie Oost-Vlaanderen, op de grens met de provincies West- en Zeeuws- Vlaanderen ligt het Meetjeslandse krekengebied. Door de wisselwerking tussen natuur en mens evolueerde het doorheen de tijd van een natuurlijke kustvlakte naar een landbouwgebied met woonkernen, polders en dijken en talrijke getijdengeulen.

Tegen het eind van de 14e eeuw teisterde een zware storm de kustlijn. Het vlakke land, waarvan het grootste deel tegen de 13e eeuw in cultuurland (landbouwgronden en woongebied) was omgezet, werd overspoeld door zeewater. Dorpen, boerderijen en dijken verdwenen voorgoed in het water. Grote delen van het huidige Sint-Laureins werden herschapen in een waterlandschap, onderhevig aan eb en vloed. Kort na de natuurramp startten de mensen met het bouwen van dijken en het winnen van land op het water. Toch zijn ook deze inpolderingscampagnes weinig succesvol geweest. Nieuwe stormen veroorzaakten nieuwe overstromingen en alle inspanningen om land te winnen waren tevergeefs. Pas tegen het eind van de 15e eeuw slaagde men erin om systematisch te gaan inpolderen en grote stukken land opnieuw in cultuur te brengen.

Maar ook toen lag het landschap nog niet in haar definitieve plooi. In 1583 steken de Geuzen ( https://nl.wikipedia.org/wiki/Geuzen_(Tachtigjarige_Oorlog) ) door. Opnieuw overstromen grote delen land. Gedurende de hele Tachtigjarige Oorlog komt het land opnieuw onder de invloed van de zee. Het water volgde de bestaande dijken en greppels wat het soms hoekige patroon van de huidige resterende geulen verklaart. Mooie voorbeelden zijn de Blokkreek en de Boerekreek.

Pas na het beëindigen van de oorlog keert de rust terug in het gebid en worden dijken en polders hersteld. De huidige kreken – oftwel de oude getijdengeulen – herinneren aan het oorlogsgeweld. Dat dit laaggelegen gebied een strategisch belang kent, wordt ook op het eind van de Tweede Wereldoorlog duidelijk. De terugtrekkende Duitse troepen zetten ook toen grote delen van de polders blank om de geallieerde opmars richting Westerschelde te stuiten.

Ook het krekengebied van Assenede kent een bewogen geschiedenis. Vanaf de 14e zorgde de toenemende druk van de zee voor een onhoudbare situatie. Vanuit de Braakman drong het zeewater het slecht beschermde land binnen. Reeds in 1375 gingen dijken en dorpen verloren waarna nieuwe beschermende dijken werden gebouwd. Maar ook in de 15e eeuw drong het zeewater opnieuw ver landinwaarts binnen. De Vliet vormde de hoofdgeul met de Grote Geul en de Rode Geul als zijarmen. Pas omstreeks 1494 werd het gebied opnieuw ingedijkt en werden grote inpolderingscampagnes opgestart. De grote nieuwe ringdijk beschermde het land tegen het water en een stelsel van sluizen zorgde voor de afwatering van het pas ingepolderde land.

Tijdens de godsdienstoorlogen kreeg het Asseneedse krekengebied het opnieuw zwaar te verduren. Moedwillige dijkdoorbraken veroorzaakten diverse overstromingen en deden een nieuw stelsel van grote en kleine geulen onstaan. Ook tijdens de Oostenrijkse en Franse periode werden verschillende polders onder water gezet.

Heel wat kreken, bufferzones errond, dijken en graslandcomplexen zijn beschermd als Europees Natura 2000 gebied. In die zogenaamde ‘Speciale Beschermingszones’ zitten vervat in de Habitatrichtlijn en de Vogelrichtlijn. De habitatrichtlijnen voor het Krekengebied gelden veenmosvegetaties en zilte graslanden, maar ook een aantal soorten worden beschermd zoals de zeggekorfslag en de meervleermuis. De Vogelrichtlijn richt zich op specifieke maatregelen ter bescherming van vogelsoorten. Voor de kreken zijn dat onder meer de bruine en blauwe kiekendief, de blauwborst en enkele ganzensoorten.