Bomenrijen en dreven



Terug naar overzicht
Delen

 

Bomenrijen en dreven

Langs landwegen en waterlopen zijn bomenrijen met eiken of populieren opvallende landschapselementen. Ook dreven bepalen het uitzicht van het landschap. Vlinders, vogels en vleermuizen gebruiken rijen bomen als oriëntatiepunten en verbindingsroutes tussen verschillende leefgebieden. Vooral oude, hoge bomen al dan niet met een onderbegroeiing van struiken en kruiden zijn erg waardevol.

Advies bij de aanplant of herstel van een dreef

Het Regionaal Landschap Meetjesland & Leievallei plant nieuwe dreven aan en zorgt ook voor het behoud en het herstel van bestaande dreven. Daarnaast geven we ook advies rond de aan te planten boomsoorten na het vellen van een dreef. Zelf aan de slag? Dit filmpje helpt je op weg.

Korte geschiedenis van de dreven uit onze streek

Oude prenten, foto’s en vroegere kaarten tonen onze streek als een zeer boomrijke regio. Nagenoeg elke weg was met bomen geflankeerd. Dit hoeft niet te verwonderen. Hout was zeer gegeerd en overal waar werden daarom bomen geplant met de bedoeling er munt uit te kunnen slaan. Tot de 19de eeuw kwamen vooral wilg, grauwe abeel en olm voor als belangrijkste soorten. Beuk en zomereik werden traditioneel gebruikt als boomsoort in kasteeldreven. Lindendreven zijn weliswaar zeldzamer, maar eveneens typisch voor toegangsdreven tot boerderijen, landgoederen en kerken of kerkhoven. Voorbeelden hiervan zijn de gekandelaberde lindes bij het kasteel van Hansbeke en het kerkhof van Kaprijke.

Met de introductie van de Canadapopulier op het eind van de 18de en het begin van de 19de eeuw werd het Meetjeslandse landschap stilaan door deze soort gedomineerd. De verscheidenheid aan soorten ging stilaan verloren.

Vandaag staan de opgaande bomenrijen onder druk. Vooral de ooit zo aanwezige populieren verdwijnen uit het landschap. In samenwerking met gemeenten en polderbesturen wordt geprobeerd bomenrijen aan te planten en aan te vullen.

Heb je een vraag? Contacteer ons Subsidies Beplant het Landschap bij aanplant

 

Subsidiemogelijkheden voor aanplant van een bomenrij

Heb je interesse om een nieuwe bomenrij aan te planten? Dan onderzoeken wij voor jou de subsidiemogelijkheden.

Beplant het Landschap

Onder het motto: ‘Oost-Vlaanderen Klimaatgezond!’ biedt de Provincie Oost-Vlaanderen naast de projecten van Regionaal Landschap Meetjesland & Leievallei extra ondersteuning voor de aanplant van een houtkant, heg, bomenrij, hoogstamboomgaard of bos.

Houtige landschapselementen zorgen voor meer biodiversiteit en een gematigder microklimaat. Tegelijk hebben ze een erosiewerend effect, dragen ze bij aan het afremmen en vasthouden van hemelwater en halen ze koolstof uit de lucht. Redenen genoeg om ook een stukje klimaatbestendig landschap te planten.

De Provincie Oost-Vlaanderen ondersteunt aanplantingen met een aanzienlijke impact op het landschap en staat in voor 80% van de kosten. Interesse? Neem contact op met Regionaal Landschap Meetjesland & Leievallei. We bekijken met jou de mogelijkheden op maat en coördineren de uitvoering of levering in samenwerking met de provincie.

Welke aanplantingen komen in aanmerking?
Bijkomende houtkanten, heggen, bomenrijen en hoogstamboomgaarden:
  • minimum lengte 100 meter
  • of aaneensluitende aanplanting van minimum 200 stuks
  • hoogstambomen: minimum 12 stuks met een plantafstand van 8 à 10 meter
  • of als deel van een samenhangend open ruimtegebied (bv aaneensluitend valleigebied of bosrijke regio): ook kleinere landschapselementen komen dan in aanmerking
Bijkomend bos en bosomvorming:
Voorwaarden:
  • landschapselementen minimum 5 jaar laten uitgroeien (geen geschoren hagen, geen korte omloophout)
  • uitsluitend gebruik van inheemse soorten en zo veel mogelijk autochtoon genetisch materiaal
  • landschappelijke meerwaarde: private tuinen of erven zonder uitstraling naar het omliggend landschap komen niet in aanmerking
Subsidies Beplant het Landschap bij aanplant

Subsidies voor lokale besturen: het houtkantenplan

Het houtkantenplan heeft als doel het beheer en de aanleg van nieuwe houtkanten op openbaar domein te stimuleren. Meer concreet wil het plan met ongeveer 100 km nieuwe houtkanten de biodiversiteit versterken en een bijdrage leveren aan de klimaatdoelstelling door 12.000 ton extra CO2-opslag.

Timing

Budget

  • Totaal subsidiebedrag oproep: 1.260.000 euro
  • Maximaal 50.000 euro subsidie per aanvraag
  • Maximaal subsidiepercentage 70% - minimaal 30% eigen inbreng
    • Eigen inbreng
      • Gebruik andere subsidies toegelaten met uitzondering van het Lokaal energie- en klimaatpact
      • De totale subsidiëring is kleiner dan of gelijk aan de totale projectkost
  • Geen voorschotten

Voor wie?

  • Er is 1 projectpromotor
    • Gemeenten, gemeentelijke verzelfstandigde agentschappen, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, OCMW's en verzelfstandigde agentschappen van het OCMW
    • provincies en provinciale verzelfstandigde agentschappen
  • Mogelijkheid tot samenwerking met partners: inhoudelijk/financieel
    • Samenwerkingsovereenkomst of intentieverklaring

Wat?

  • Aanplant inclusief eventuele bescherming
  • Nazorg en beheerwerken tijdens de looptijd van het project (max 4 jaar)
  • Begeleiding van werkzaamheden, initiatieven voor draagvlakverbreding en opstart beheer: personeelskosten, kosten voor externe dienstverlening en werkingskosten

Projectlocatie en ligging

  • In het Vlaamse Gewest
    • Locaties waar aangeplante bomen en/of struiken kunnen uitgroeien tot lijnvormige
      houtige kleine landschapselementen: langs wegen, trage wegen, waterlopen,
      perceelsranden
  • Buitengebied - kaart ‘Samenhangende Open Ruimte Gebieden (SORG)' (Indicatief)
  • Meerdere locaties mogelijk mits landschapsecologisch verband
  • Zowel nieuwe aanplant als herstel van houtig landschapselement in slechte staat
  • Eigendomssituatie:
    • Publiek domein: eigendom projectpromotor
    • Zones met plantrecht
    • Overeenkomst met eigenaar en beheerder: toelating voor aanplant en instandhouding
  • Garantie gebruik voor KLE’s voor de komende 20 jaar!
Lees meer over het Houtkantenplan

 

LANDSCHAPSBEHEER OP MAAT

Sinds een twintigtal jaar spannen we ons in om het karakteristieke landschap met haar kleine landschapselementen (KLE’s) in onze streek te behouden en te versterken. Dit gebeurt onder meer dankzij het verlenen van subsidies voor aanplantingen en het graven van poelen. Maar planten en aanleg alleen volstaan niet.

Om een duurzame impact te hebben op het landschap en klimaat is optimaal beheer noodzakelijk om aanplanten gezond oud te laten worden. Bomen moeten gesnoeid, hagen geschoren, houtkanten afgezet, perceelsranden gemaaid, poelen geruimd en nestkasten gecontroleerd en gereinigd worden. Goed beheer is dus minstens even belangrijk, zo niet belangrijker!

Slecht beheerde landschapselementen worden vaak aanzien als een last die men liever kwijt is dan rijk en zijn in veel gevallen gedoemd om te verdwijnen… Vaak zetten eigenaars zich ijverig in om de realisaties te onderhouden en te beheren. Maar dikwijls weten ze niet goed hoe en/of wanneer ze aan de slag moeten. Soms wordt er zelfs helemaal niet beheerd en dreigen inspanningen en kosten tevergeefs geweest te zijn. Knotbomen scheuren uit, nestkasten vallen uit elkaar, toppen van hoogstammige bomen kraken af en poelen verlanden, dit hypothekeert uiteindelijk de verdere groei en ontwikkeling van ons landschap en onze natuur.

Ook op vlak van beheersovereenkomsten in samenwerking met de Vlaamse Landmaatschappij leert de praktijk dat landbouwers problemen ervaren bij het beheren van de KLE’s. Zij hebben nood aan persoonlijke begeleiding en advies en gesprekken met de bedrijfsplanners. Zo ervaren ze bijvoorbeeld de periode tussen aanplant en start van een eventuele beheerovereenkomst als een drempel. Zo kan een knotbomenrij bijvoorbeeld pas na ongeveer 5 jaar na aanplant worden opgenomen in een beheerovereenkomst, maar in de periode ervoor is nauwkeuring onderhoud absoluut noodzakelijk om de knotbomenrij te laten in aanmerking komen voor een beheerovereenkomst. Daarnaast zijn bepaalde voorwaarden die gesteld worden dikwijls limiterend en geven een averechts effect.

Hoe gaan wij te werk?

Regionaal Landschap Meetjesland & Leievallei wil daarom een methodiek ontwikkelen waarbij we gericht particulieren en landbouwers stimuleren en ondersteunen in het onderhoud van hun KLE’s. We doen een bevraging naar de bereidheid om mee te werken en zullen proberen de meest voorkomende problemen vast te pinnen en hier oplossingen voor te bieden. Vervolgens maken we een analyse van de aanwezige KLE’s en formuleren we concrete beheermaatregelen op maat van de eigenaar.

Vandaag worden –onder meer door vzw RLML- al inspanningen geleverd om openbare besturen te ondersteunen. Zo wordt het LOB (Loket Onderhoud Buitengebied) verder uitgebouwd en worden samenwerkingen met gemeentebesturen en groendiensten uitgewerkt. Tal van realisaties gebeuren echter op privaat initiatief, aangezien zij ook een grote bijdrage leveren aan de omgevingskwaliteit, is ook hier beheer onontbeerlijk. Daarom wordt een aangepaste methodiek ontwikkeld, specifiek voor landbouwers en particulieren: LANDSCHAPSBEHEER OP MAAT.

Dit project werd mogelijk gemaakt met de steun van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.