Lieveheersbeestjes & co



Terug naar overzicht
Delen

 

Lieveheersbeestjes & co

Pimpampoentje, pi(e)mpompulleken, emelbiestje… Onze symboolsoort voor 2021 kent heel wat benamingen in onze streek, maar wij houden het op lieveheersbeestje.

Zowel de larven als de volwassen exemplaren zijn bladluizenverdelgers bij uitstek, ze kunnen er maar liefst 100 per dag eten. Lieveheersbeestjes zijn daarom een graag geziene tuinhulp en niemand beschouwt ze dan ook als ongedierte. Overwinteren doen de meeste lieveheersbeestjes meestal in groep, in een hoekje op zolder of in de stal. Lieveheersbeestjes zijn allemansvrienden, of toch niet? Mieren kunnen het met onze vrienden aan de stok krijgen omdat lieveheersbeestjes de bladluizen opeten die door mieren als een soort melkkoeien gehouden worden voor de nectaruitscheiding.

Verschillende soorten

Er zijn meer dan 60 soorten inheemse lieveheersbeestjes in België en Nederland. In het verleden werden hier ook uitheemse Aziatische lieveheersbeestjes uitgezet om bladluizen te bestrijden in de tuinbouw. Ze eten helaas niet alleen bladluizen, maar deinzen er ook niet terug om onze inheemse soorten op te eten. Onze inheemse lieveheersbeestjes komen net als de Aziatische soorten voor in allerlei kleur- en stippenvarianten en zijn heel moeilijk van elkaar te onderscheiden. Wie een zoekkaart wenst om de verschillende soorten te onderscheiden, kan er hier eentje aankopen.

Zoektip: Het is leuk googelen op het lieveheersbeestje. Waar komt de benaming 'lieveheersbeestje' eigenlijk vandaan? Hier lees je het antwoord. Veel streken hebben een eigen benaming op het beestje.

Lieveheersbeestjes helpen

10 tips voor meer van deze beestjes in je tuin:

1. Wees royaal met verborgen plekken

Terwijl sommige 'goede insecten' je planten de hele dag bezoeken om de vervelende insecten op te eten, houden anderen ervan overdag ondergronds rond te hangen en alleen 's nachts te patrouilleren. Zorg ervoor dat je nachtelijke tuinhelpers overdag wat schaduwhoekjes hebben. Je kan dit doen door stapstenen, stenen of bodembedekking te gebruiken.

2. Give 'em A Sip

Net als wij moeten insecten drinken om in leven te blijven. Zorg er dus voor dat er voldoende water is om je helperbeestjes in je tuin te laten drinken. Klein schaaltjes zijn al voldoende. Zorg er wel voor dat je geen kommen water voor langere tijd buiten laat zonder het water te verversen, anders zal je de verkeerde soort insectenvrienden aantrekken: muggen!

3. Mix 'em in

Je kunt nuttige insecten in je tuin lokken door hun favoriete planten te planten tussen je vaste planten of groenten. Goede voorbeelden van deze ‘insectaire planten’ zijn afrikaantjes, zonnebloemen, citroenmelisse, munt en peterselie.

4. Maak een rand

Waarom niet als borderplanten kiezen voor korenbloemen, bernagie, venkel? Zo’n tuinrandje is perfect om je bughelpers aan te trekken.

5. Koop hun liefde

Als je veel moeite hebt met het aantrekken van nuttige insecten in je tuin, moet je misschien een beetje vals spelen. Je kunt de insecten die je nodig hebt daadwerkelijk kopen bij een online leverancier of een plaatselijke tuinwinkel. Dit is een goede manier om aan de slag te gaan als je alleen niet in staat bent om nuttige insecten te trekken.

6. Pluk niet al je onkruid

Het ongestoord laten van een paar onkruidzaden zorgt voor een grotere diversiteit aan planten in je tuin, waardoor je een grotere kans hebt om nuttige insecten aan te trekken.

7. Géén pesticiden!

Zelfs organische pesticiden kunnen schadelijk zijn voor nuttige insecten, dus om een gezond evenwicht in je tuin te behouden, moet je pesticiden bannen. Alternatieven genoeg op internet.

8. Trek de (solitaire) bijen aan

Deze bijtjes kunnen helpen bij de bestuiving van je planten, dus je wilt ze zeker in de buurt hebben. Enkele gaten in zacht hout boren of enkele bamboestengeltjes samengebundeld zijn een eenvoudig initiatief voor de ontelbare insectenhotelletjes die in de handel verkrijgbaar zijn.

9. Do not Buzz Them

Te veel tuinverlichting kan nadelig zijn voor (nuttige) insecten. Onderzoek toont aan dat de insecten die het vaakst worden gedood in verdwaalde lichten nuttige insecten zijn, en geen schadelijke insecten.

10. @home!

Je kan deze tuinmannetjes een handje helpen door schuilplaatsjes te voorzien. Onderaan deze pagina kan je een handleiding vinden om zelf een insectenhotel te bouwen.

Het lieveheersbeestje is waarschijnlijk de meest aaibare tuinhelper, maar er zijn ook heel wat andere helpertjes aan het werk in onze tuin. Je komt ze misschien niet allemaal even graag tegen, maar dat ze nuttig zijn voor je tuin staat vast!

Oorworm

Nee, een oorworm kruipt echt niet in je oor én het is ook geen worm. Zijn ongelukkige naam heeft hij mogelijk te danken aan een oud volksgebruik: gemalen oorwormen in hazenurine als middel voor oorproblemen! Oorwormen verorberen kleine dieren die het op jouw tuinplanten en groenten gemunt hebben. Wil je méér oorwormen in je tuin? Stop dan een kleine bloempot vol met stro en hang die ondersteboven in je (fruit)bomen. Oude pindaschelpjes in een netje van vogelvoer vormen ook een leuke schuilplaats. De oorwormen zullen je dankbaar zijn en je bomen hebben minder last van bladluizen. Oorwurmen zijn uitzonderlijke verzorgende ouders: eitjes en larven worden een hele tijd gevoed en beschermd, wat zeer weinig insecten doen.

Pissebed

Deze mini-pantserwagen, die houdt van donkere en natte plekken, vind je onder stenen, bloempotten of houtblokken en in de strooisellaag van de bodem. Ze zijn onze afvalopruimers bij uitstek: ze leven vooral van dood organisch materiaal, zoals afgestorven bladeren en rottend hout. Zonder afvalopruimers krijgen planten en andere dieren minder voedingstoffen en blijft al het afval gewoon liggen. Een bedreigde pissebed rolt zich op tot een kogelrond bolletje of doet alsof hij dood is. De naam pissebed komt van het geloof dat men het bedplassen van kinderen kon verhelpen door gedroogde pissebedden te vermalen en in het bed te strooien. Leuk weetje: ze komen oorspronkelijk uit de zee en zijn familie van de krabben, kreeften en garnalen. Ze verdrinken niet als hun ‘ondergrondse’ schuilplaats bij een plotse regenbui onder water stroomt.

Gaasvlieg

Een fragiele blauwgroene verschijning, met gouden oogjes, maar vergis je niet: hun larven eten zeker zo veel bladluizen als lieveheersbeestjes (tot 500 in hun ontwikkeling!). Ze lusten ook trips, spint, witte vlieg, kleine rupsen en wolluis. Ze worden ook als biologisch bestrijdingsmiddel gebruikt. De volwassen gaasvlieg leeft niet van insecten maar van nectar, honingdauw en pollen en is ook ’s nachts actief. Ze leggen eitjes op steeltjes.

Zweefvlieg

Ze lijken op wespen, maar zijn de onschuld zelf en steken niet. Hun larven lusten de bladluizen rauw (tot 700 in hun ontwikkeling!). Deze vlijtige bloembezoekers worden enkel door honingbijen overtroffen als het op bestuiving aankomt. Er zijn zelfs planten die zich bij voorkeur door zweefvliegen laten bestuiven. Bij de eerste warme zonnestralen zie je ze al op wilgenkatjes vliegen. Het wijfje legt haar eitjes in de buurt van luizenkolonies. De volwassen insecten blijven actief tot in de herfst, je ziet ze dan massaal op bloeiende klimop. Ze houden van honingdauw en andere zoete vloeistoffen. Afhankelijk van de soort overwinteren ze als volwassen individu, als larve of als pop. 

Regenworm

Over een bodemheld gesproken! De regenworm is zowel compostmeester als grondarchitect: hij vreet de grond gewoon op. Die zandkorrels, waaraan afgestorven plantenrestjes kleven, maken een reis door het spijsverteringsstelsel van de worm. De plantendeeltjes worden verteerd en de zandkorrels poept hij er samen met allerlei voedingsstoffen weer uit. Door dat graafwerk brengt de regenworm kant-en-klaar voedsel en voldoende zuurstof in de bodem. Hij is ook een soort architect die de bodem een mooie structuur geeft, met heel wat geschikte woonplaatsen voor allerlei vormen van bodemleven en met een prima waterbeschikbaarheid er gratis bij. Voorzie voldoende organisch materiaal, zoals compost of plantenresten, en deze held doet heel wat voor jou. 

Spin

Er zijn maar weinig kleine dieren die mensen zoveel angst inboezemen als een spin. Daar is eigenlijk geen reden toe, want in ons land hoef je geen enkele spin te vrezen. Integendeel, ze leven van het kleine insectengrut dat in hun web vliegt. Niet alle spinnen weven een web zoals de bekende kruisspin. De spinnen op de bodem zijn vaak roofspinnen die achter hun prooi aan hollen of ze vangen via kokers in de grond. Deze rovers vervullen een belangrijke rol in het evenwicht tussen de verschillende bodemdieren: het is een verhaal van eten en gegeten worden.

Een vraag? Contacteer ons