Steenuil



Delen

 

Steenuilen

Steenuilen, ambassadeurs voor KLE's

Kleine landschapselementen (KLE's) zoals knotwilgen, hoogstamfruitbomen, oude schuurtjes, zijn ideale broedgelegenheden. Bloemrijke weilandjes zijn een muis-en regenwormparadijs, houtkanten en hagen goede schuilplaatsen.

Spijtig genoeg worden oude schuurtjes dikwijls afgebroken. Holle bomen worden omgezaagd. Knotbomen moeten plaats maken voor een nóg eentoniger akker-en weidelandschap, veelal omdat het knotten te veel werk vraagt. Hoogstamfruitbomen brengen niet zo veel op dan de laagstammen, maar zijn het meest gegeerd door de steenuil. Deze bomen zijn ook nuttig voor specht, gekraagde roodstaart, winterkoning, wielewaal, lijsters…

Daarbij komt dat steenuilen nogal honkvast zijn en moeilijk andere gebieden koloniseren.

Voornamelijk door de ‘uitkleding’ van het landschap neemt de populatie steenuilen in West-en Midden Europa af. In Nederland staat hij zelfs op de rode lijst! Net zoals bij de kerkuil zijn er ook veel verkeersslachtoffers.

Nestplaatsen

In het buitengebied zijn steeds minder knotwilgen en oude fruitbomen te vinden, dé nestplaatsen voor steenuilen. Het gevolg is dat de populatie steenuilen daalt. Door het plaatsen van deze nestkast draag je een steentje bij aan het op peil houden van het aantal steenuilen. Regionaal Landschap Meetjesland & Leievallei subsidieert het plaatsen van nestkasten voor de steenuil. Het plaatsen van de kasten gebeurt in samenspraak met Natuurpunt en Partners Meetjesland. Zie je regelmatig een steenuil in je buurt? Neem dan zeker contact met ons op.

Steenuilvriendelijke drinkbakken

Een van de belangrijkste doodsoorzaken van de steenuil is de verdrinkingsdood in drinkbakken voor vee. De uilen komen in de bakken terecht, vinden geen houvast om eruit te klimmen en verdrinken. Bij ons kan je steenuilvriendelijke drinkbakken verkrijgen die voorzien zijn van een raster dat er voor zorgt dat steenuilen makkelijk uit de drinkbak kunnen ontsnappen. Goed om weten: deze drinkbakken worden voor 80 procent gesubsidieerd!

Uilen herkennen

Je zag een uil, maar je bent niet zeker welke soort het was? Hier vind je een beschrijving van de verschillende uilensoorten in Vlaanderen.

Ons landbouwlandschap, een verhaal van verwevenheid op het platteland

Het grootste deel van de open ruimte in Vlaanderen is een landbouwlandschap. Niet verwonderlijk dan ook dat landbouwers belangrijke partners zijn van de Regionale Landschappen. Als Regionaal Landschap schrijven wij via projecten mee aan een wervend verhaal van verwevenheid. Hierin zoeken wij naar win-wins voor landbouw en landschap, en zijn wij bruggenbouwers die landbouwers, beleid en inwoners met elkaar verbinden. Het doel? Samen werken aan een hogere omgevingskwaliteit. Dat wil zeggen: mét landbouwers, op maat van de streek én op maat van landbouwbedrijven, bouwen aan een landschap waarin landbouw en natuur met elkaar verweven zijn. 

Het platteland kan heel wat ecosysteemdiensten leveren. De meest gekende ecosysteemdiensten zijn bestuiving en natuurlijke plaagbeheersing. De soorten die deze diensten leveren, helpen bij de beheersing van ziektes en plagen en het bestuiven van heel wat gewassen en planten. Daarnaast krijgt het platteland te kampen met opportunistische soorten (bladluizen, everzwijnen, ganzen, kraaiachtigen, duiven…) die zich aan de nieuwe landbouwlandschappen en technieken hebben aangepast en zo vaak ongewenste gasten worden voor bepaalde doelgroepen (onder meer  de tuin- en landbouwsector) op het platteland. Dit in combinatie met de achteruitgang van de biodiversiteit op het platteland zorgt ervoor dat de ecosysteemdiensten afnemen.

Er zijn heel wat benaderingen bij het werken aan ecosysteemdiensten waarbij men vertrekt vanuit een individuele benadering van soorten of problemen. Wij werken aan een geïntegreerde aanpak op gebiedsniveau waarbij een evenwicht trachten te vinden tussen gewenste en ongewenste soorten. Die aanpak stemmen we af op de diverse doelgroepen die op het platteland wonen en werken. Ontdek hieronder hoe boeren en boerinnen ons landschap dagelijks sterker, meer biodivers, mooier en toegankelijker kunnen maken. 

Dit project werd mogelijk gemaakt met de steun van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.