Bunkers en kerkzolders vleermuisvriendelijk maken of hoe samenwerking loont! Kerkfabrieken, pastoors, de bunkerbeheerders/eigenaars, ANB, Waterwegen en Zeekanaal, Natuurpunt, JNM en RLML sloegen de handen in elkaar en ijverden voor bescherming van de leefruimte van vleermuizen in onze streek. De aandacht gaat vooral naar de kraamkolonies op kerkzolders, winterverblijfplaatsen in bunkers en ecologische verbinding met de bosgebieden.
Kerkzolders werden onderzocht en waar nodig vleermuisvriendelijk ingericht. Soms werden galmgaten ontoegankelijk gemaakt voor duiven of kauwen en werden er kleine gleufopeningen voorzien om de vleermuizen toegang te verlenen naar deze zomerverblijven. Gelukkig zijn er ook particulieren waar vleermuizen rustig gebruik mogen maken van hun zolder. Schade berokkenen deze beestjes niet. Integendeel, door het verorberen van duizenden insecten zijn ze juist heel erg nuttig.
Enkele bunkers langs het Leopoldkanaal werden ook aangepakt. De constante temperatuur en vochtigheid zorgen ervoor dat vleermuizen daar rustig hun winterslaap kunnen houden. In de vorstvrije ruimtes werden sommige muren gereinigd, troep verwijderd en met een deur afgesloten, op het invlieggat na natuurlijk. Bakstenen werden aan de muren bevestigd als hangobjecten voor vleermuizen. Deze bunkers waren van nature vochtig genoeg en de stalagmieten en stalactieten groeien alweer aan. Ondertussen werden er al vleermuizen gespot bij de inventarisatie door de Jeugdbond voor Natuur en Milieu (JNM).
Vleermuizen hebben ook nood aan ‘groene autostrades’ die hun voedselroutes verbinden. Zo werden er bomenrijen hersteld en kleine landschapselementen aangeplant die als ecologische infrastructuur fungeren voor de vleermuizen. Zulke aanplantingen helpen leefgebieden met elkaar te verbinden, waardoor het jachtgebied van vleermuizen uitbreidt en verbetert. Daarnaast biedt een enkele boom, een rij bomen of een bos verschillende vleermuissoorten schuil-, voedsel- of nestplaatsen (lees meer: 'Vleermuizen, bomen en bos'). De aanwezigheid van waterpartijen is ook van groot belang. Dat bewijzen de waarnemingen van vleermuizen aan het Leopoldkanaal, het Schipdonkkanaal en het krekengebied.
Met de investeringssubsidie die het Agentschap voor Natuur en Bos ons verleent, kunnen we op elke locatie de werken voor 80% financieren. Dat betekent dat bij elk gebouw de eigenaar, gemeente of andere partner zelf nog 20% investeert.
De versnippering van de open ruimte heeft ook gevolgen voor verschillende soorten vleermuizen. Ze vinden moeilijker plaatsen om te eten, schuilen, hun jongen groot te brengen en te overwinteren. Niet voor niets staan alle 17 vleermuissoorten die in Vlaanderen voorkomen vermeld in bijlage IV van de Europese Habitatrichtlijn. Het betekent dat Europa ze beschouwt als soorten van communautair belang die strikt beschermd moeten worden.
Vleermuizen zijn één van onze natuurlijke insectenbestrijders en dus bijzonder nuttige diertjes. Om een idee te geven: per nacht eet een vleermuis ongeveer 300 muggen, goed voor ongeveer een kwart tot de helft van zijn eigen gewicht. Ze verorberen ook insecten die bijzonder schadelijk zijn voor landbouwgewassen.
Natuurpunt biedt op deze pagina een mooi overzicht van de 17 vleermuissoorten die in Vlaanderen leven. 10 van de 17 vleermuissoorten die momenteel in Vlaanderen voorkomen zijn ernstig bedreigd, vooral door de grote lichtvervuiling, het verminderde aantal insecten en het verdwijnen van rustplekken. In heel België komen er 23 verschillende soorten voor.
Vleermuizen kunnen zelf geen nest maken, ze zijn afhankelijk van bestaande kieren en gaten om in weg te kruipen. Door het plaatsen van een vleermuizenkast kan je deze nachtdieren helpen.