Het platteland kan heel wat ecosysteemdiensten leveren. De meest gekende ecosysteemdiensten zijn bestuiving en natuurlijke plaagbeheersing. De soorten die deze diensten leveren, helpen bij de beheersing van ziektes en plagen en het bestuiven van heel wat gewassen en planten. We zoeken naar win–winsituaties voor een duurzaam platteland via de uitwerking van een geïntegreerd faunaplan.
Daarnaast krijgt het platteland te kampen met opportunistische soorten (bladluizen, everzwijnen, ganzen, kraaiachtigen, duiven…) die zich aan de nieuwe landbouwlandschappen en technieken hebben aangepast en zo vaak ongewenste gasten worden voor bepaalde doelgroepen (onder meer de tuin- en landbouwsector) op het platteland. Dit in combinatie met de achteruitgang van de biodiversiteit op het platteland zorgt ervoor dat de ecosysteemdiensten afnemen.
Er zijn heel wat benaderingen bij het werken aan ecosysteemdiensten waarbij men vertrekt vanuit een individuele benadering van soorten of problemen. Bij dit project werken we aan een geïntegreerde aanpak op gebiedsniveau waarbij we een plan uitwerken om een evenwicht te vinden tussen gewenste en ongewenste soorten. Die aanpak stemmen we af op de diverse doelgroepen die op het platteland wonen en werken.
Focussoorten
1. Kievit
De kievit is met zijn zwarte kuifje dat golft in de wind en de schitterende regenboogkleuren op zijn zwarte vleugels een bekende mooie akker- en weidevogel. Wanneer je wandelt in de velden zie je ze vaak luid alarmerend opstijgen en acrobatische toeren uithalen in de lucht om zo je aandacht af te leiden van het nestje dat ze daar ergens op de grond hebben verstopt. Hij komt algemeen voor in Vlaanderen maar gaat de laatste jaren heel sterk achteruit doordat de kievit er amper nog in slaagt jongen succesvol groot te brengen. Dit komt door een daling in de beschikbaarheid van geschikt habitat door intensivering van de landbouw en toenemende droogte, maar ook door een dalend voedselaanbod en predatie. Indien er niet ingegrepen wordt zal de kievit (samen met tal van andere akker- en weidevogels), een icoon van het Vlaamse platteland, over enkele jaren grotendeels verdwenen zijn uit Vlaanderen. Lees meer over onze inzet voor de kievit.
2. Kraaiachtigen
Kraaiachtigen zijn bewoners van het halfopen landschap en floreren daar ook. Een kraai is een slim dier en een alleseter en hij staat bij veel mensen bekend als een echte opportunist die heel wat schade kan veroorzaken aan gewassen, jong kleinvee of zelfs voedselopslagplaatsen. De kraai is een sociaal dier: er zijn koppels met een vast territorium en variabele groepen van dieren zonder territorium. De koppels verdedigen hun territorium steevast tegen andere dieren. Wanneer een territorium vrij valt zal het worden ingenomen door meerdere nieuwe dieren.
3. Reekalfjes
Opsporen van reekalfjes in maaigebieden zodat deze tijdig gedetecteerd worden. Zo vermijden we onnodige slachtoffers en botulisme bij vee die de gewassen als voedsel voorgeschoteld kregen.
4. Duiven
In de stad of in het groen, duiven duiken overal op. De noemer duif telt vele soorten. De houtduif, de Turkse tortel, de stadsduif en de holenduif zijn daarvan de belangrijkste vertegenwoordigers. Een koppel stadsduiven kan tot 16 jongen per jaar voortbrengen, hun populatie groeit dus erg snel. Ook in landbouwgebieden kunnen duiven voor problemen zorgen. Een duif heeft niet veel nodig. Ze eten bessen, zaden, plantonderdelen en resten van dieren- of mensenvoeding. Ze heeft voldoende aan een hoge schuilplaats om te nestelen of te slapen.
Meer informatie over het project Geïntegreerd Faunaplan? Contacteer onze medewerker natuur, Hélène Quidé of Lars Dekeyser.

Dit project werd mogelijk gemaakt met de steun van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.